Travels and Tales

A'way; met Annet en Lode op reis door Laos en Singapore in 2000

Tussen Tempels en Wolkenkrabbers

De omslag in het weer is gigantisch; van rond het vriespunt in Nederland zitten we ineens in de benauwde hitte van Azië. In november 's avonds op een terras eten? Geen probleem in Singapore (Singa Pura is Maleis voor Leeuwen Stad). We zijn vermoeid van de reis, maar voelen ons al snel thuis bij Jos en Esther in Singapore. De stad is overzichtelijk, minder verkeer dan verwacht. De mensen houden hier afstand (leg dat eens uit in China) en ze lijken meer onthaast (vanwege de temperatuur).

De volgende ochtend vertrekken we samen met hen richting Kuala Lumpur. Een visum hebben we niet nodig, bij de grens met Maleisië kunnen we, door een formuliertje in te vullen, onze stempels halen. De autorit duurt ongeveer 6 uur (mede door tolpoorten en een 'alternatieve' route). Het uitzicht is vooral groen; bananenbomen en nog meer kokosbomen. We slapen nog wat bij in de auto, jetlag of temperatuur: het slaapritme is verstoord. Jos en Esther gaan naar een feest en wij slenteren door Kuala Lumpur naar Chinatown. Veel hoogbouw. Hoogtepunt (letterlijk) is de Petronas Twin Towers, een van de hoogste gebouwen ter wereld. Een typische grote stad. We eindigen aan het zwembad van het hotel.

De volgende morgen vertrekken we richting Melakka, ooit centrum van de wereldhandel in goud, zijde en specerijen. Hier hebben de Hollanders geschiedenis geschreven. Zij moesten eerst de Portugezen er uit werken (1641) om vervolgens op hun beurt na 150 jaar plaats te moeten maken voor de Britten. Straatnamen als Jonkerstraat of Heerenstraat herinneren aan deze tijd. Maar ook het Hollandse plein waarop het rode Stadthuys staat. Het plein is de verzamelplaats voor betjakrijders. Het Stadthuys is waarschijnlijk het oudste Hollandse gebouw in Azië. Nu is het een museum, waar Portugese en Hollandse wapens, kostuums, munten en schilderijen te zien zijn. Op de binnenplaats liggen oude bronzen kanonnen in bakken water. We drinken koffie aan de oever van de Melakka-rivier. De rivier is vervuild en stinkt. Het lijkt of er een slang in het water zwemt, maar het is een giant lizard van ca. 1,5 meter! Als bij een slang komt telkens even z'n tong naar buiten. Even later ligt hij met een paar maatjes aan de overkant op de kade te zonnen.

SingaporeWe nemen de toeristische route langs de kust, maar Jos is de enige die er echt van geniet, omdat wij alledrie grotendeels liggen te slapen. Terug in Singapore eten we geweldige seafood, zoals chili crab. Voordat de gamba's en de krabben gekookt worden, krijgen we ze eerst levend aan onze tafel ter controle en goedkeuring. Terug in het appartement op de 13e etage, probeer ik mijn hoogtevrees in te dammen door te bedenken dat dit een van de lagere gebouwen in Singapore is. Straatgeluiden komen door het open raam. Dag en nacht is het hier druk op straat. Hier midden in het centrum hebben we een grandioos uitzicht op de wolkenkrabbers, die in de avonduren allemaal op hun eigen manier zijn verlicht. In de verte zien we nog net de zee. Singapore ligt in het hart van Azië maar je gaat al snel twijfelen of Singapore wel Azië is. De bevolking is terughoudend en zakelijk. Aziatische atmosfeer met westerse luxe, voorzieningen en structuur. Wandelend in de etnische wijken Chinatown, Little India en Arab Street, vinden we het Oosterse karakter van Singapore.

Maar zelfs Chinatown mist de echte vuiligheid, hoewel het schone van Singapore wordt overdreven. Er is geen overbodig lawaai van bijvoorbeeld toeterende auto's of schreeuwende lui, mensen zijn koel doch beleefd en opdringerige straatverkopers die je van alles proberen aan te smeren, ontbreken. Singapore is niet alleen een groot winkelcentrum, het is een waar paradijs voor lekkerbekken. Aanraders zijn; een sateetje op de Quay, Seafood aan de oostelijke kuststrook, curry's in Little India. Zeker niet te missen is een High-Tea in het 19e eeuwse koloniale Raffles Hotel, het bekendste en duurste hotel in Singapore. Poepsjiek en stijlvol. In twee uur tijd kun je je voor S$30 te goed doen aan een overdaad aan Aziatische en Westerse lekkernijen. Het traditionele half boiled egg voor ontbijt is niet aan ons besteed. Omdat het modernste van het modernste op het gebied van ICT hier te koop is, en minder duur is dan in Nederland, shoppen we een ochtend voor een PalmPilot. Waarna we afkoeling zoeken op het water, tijdens een heuse Canal Cruise in een bum-boot.

Laos: een wereld van verschilvlag
Van het georganiseerde drukke Singapore vliegen we via Bangkok naar de hoofdstad van Laos. We regelen onze visa ($40) en wisselen geld op het vliegveld, maar omdat er net een tweetal buitenlanders ons voor zijn geweest, is de kas van het wisselkantoor bijna leeg. Evengoed krijgen we voor de 100 dollars = 82.400 kip (december 2000), een grote stapel bankbiljetten. Bij onze reis in Laos beperken we ons tot de noordelijke provincies; en wel Vientiane, Vang Vieng en Luang Prabang. Reden is de beperkte tijd, anderhalve week, die we hier kunnen doorbrengen.

Vientiane is rustig, zelfs kalm en relaxed. Weinig verkeer in de stoffige straten. Laagbouw. Overzichtelijk. We delen een taxi met de Zweed David en Zwitser Roman, samen op zoek naar een guesthouse. In een oude koloniale wijk vinden we een groot oud 'huis', weggestopt achter een aantal bomen; het Syri guesthouse. De sfeer wordt bepaald door verschillende open ruimtes en ruime kamers met donkere houten vloeren, rieten bedden en stoelen en i.p.v. ramen zijn er horren aangebracht waarvoor de typische koloniale luiken zijn geplaatst. Voor $15 nemen we onze intrek in een kamer met toilet en (warme!) douche. Onze enige zorgen; doen we wel of niet de herrieschoppende airco aan en hangen we wel of niet de klamboe tegen de muggen op. Nadat we onze rugzakken hebben achtergelaten, lopen we even later in het donker met ons vieren op de onverharde straat op zoek naar een van de twee internetcafe's ('Hotmail garanteed'). Ik word direct al gestoken door een mug, nog geen 5 minuten in Laos …

Ondanks mijn fascinatie voor Internet heb ik toch een beetje dubbel gevoel over de vele internetcafés. De wereld is erg klein geworden op deze manier. Alle informatie is beschikbaar, waar we ook zijn. Maar bij voorgaande reizen (1993 t/m 1998) waren we verstoken van al het (wereld) nieuws. Met kriebels in de buik gingen we naar het postkantoor om onze Poste Restante te halen, een oude China Daily spelden we letter voor letter, in 1998 vormde elk snippertje informatie over het WK een stukje van de legpuzzel.

De berichten over overvallers en bomaanslagen komen ons hier onwerkelijk voor; het ziet er allemaal vredelievend uit, desalniettemin is er een curfew vanaf 22.30 of 23.00 uur. En worden op de 'hoofdwegen' (dat is een groot woord voor de stoffige hobbelige weg die door Vientiane loopt) zowel overdag als 's avonds de brommers en auto's gecontroleerd.

straatbeeldFrans kolonialisme, communisme en Thais kapitaal kleuren het straatbeeld van Laos in de provinciale en gemoedelijke hoofdstad Vientiane. Op elke hoek van de straat een boeddhistische tempel en lachende, in oranje geklede monniken die graag een praatje met ons maken om hun 'engels uit de boekjes' te oefenen. Zowel kinderen als ouderen groeten ons vrolijk met 'Sabaaidii'. We leren 'Ghawp djai' voor dankjewel of 'Ghawp djai lai lai' als dankjewel eigenlijk niet genoeg is. We vinden het zelfs in het droge winterseizoen (slechts 25 á 30 graden) in dit tropische regenklimaat benauwd warm. Drinken vele grote flessen (650 ml) Beerlao bij het spicy eten. En zijn van de locale sterke drank Lao-lao na één glas al aangeschoten.

beeldenDe volgende ochtend vertrekken David en Roman, na een gezamenlijk ontbijt (menukaart in Lao en Frans), naar het noorden. Wij doen het iets rustiger aan en wandelen langs verschillende tempels; het goud, het bijna wit en de donkerrode kleur van de tempels steken af tegen de felblauwe lucht en de felgroene kokosbomen. Als we naar binnengaan laten we onze sandalen achter bij de ingang. De sfeer: monniken in gebed, een goudkleurig boeddhabeeld in het midden van de tempel, op de muren wandschilderingen die het verhaal van boeddha vertellen, tegen de achtermuur schots en scheef over elkaar heen gevallen oude boeddhabeelden. Ieder tempelcomplex wordt omgeven door een muur met toegangspoorten. Verder is er natuurlijk een tempelgebouw, een bell-tower, een slaapverblijf en een reeks stupa's voor de doden. kozijnHet zijn het houtsnijwerk in de kozijnen en de stonecarvings die de aandacht trekken. Echter, de tempels zijn geen glimmende, goed onderhouden publiekstrekkers. Ze hebben een eenvoudig en antiek karakter die af en toe wel een likje verf kunnen gebruiken. Lachende monniken in fel oranje pijen scharrelen rond en maken een praatje. Engels, soms Frans. Het koloniale verleden (Indochine) werkt her en der nog door. Enerzijds zijn er hier meer Franse toeristen dan dat we elders in Azië zijn tegengekomen. Anderzijds zijn er de koloniale gebouwen die je doen wegdromen naar het leven in een ander tijdperk.

Eindelijk de Mekong
ArcDe hitte neemt langzamerhand toe. We lopen via That Dam, een grote zwarte stupa, naar Talaat Sao, de 'ochtend'markt die open is tot 18.00 uur. We nemen de koopwaar in ons op (meer luxe-artikelen dan ik had verwacht), zien leuke dingen en besluiten, als we terug zijn uit het noorden, dat we teruggaan om er souvenirs in te slaan. Opvallend is dat afdingen hier minder gebruikelijk is. We slenteren over de brede lanen naar het Patuxai-monument, een kopie van de Arc de Triomph. Ironisch genoeg is dit vrijheidsmonument in 1969 gebouwd met door de US aangekocht cement bestemd voor de bouw van een vliegveld. Speciaal voor de nationale feestdag op 2 december a.s. (25 jaar geleden werd Laos 'bevrijd' van de vijanden van de communisten …) is het monument nu versierd met knalrode banners. De stad is ook al vergeven van de vlaggen; zowel de nationale vlag als de communistische vlag met hamer en sikkel. We nemen onze rust boven op het monument, af en toe gestoord door groepjes scholieren en proberen of we onze reis zodanig kunnen plannen om de militaire parade in Vientiane te kunnen zien. We besluiten toch om niet te lang in Vientiane te blijven en de volgende morgen al op pad te gaan. Uiteindelijk zullen we de parade in Vang Vieng op de z/w televisie bekijken en als we terugkomen in Vientiane prijken er kleurenfoto's op de muurkrant. Het lijkt op een militair bloemencorso.

mekong sunsetWe gaan terug richting 'centrum' en zitten de rest van de middag bij de Scandinavian Bakery in de schaduw met een coke en bananencake in de hand een beetje om ons heen te kijken en te lezen. Straathandelaren en tuktuks proberen klanten te vinden of wachten rustig af in de schaduw. Brommers zoeken een eigen weg, af en toe een stofwolk achterlatend. Kinderen in schooluniform hangen rond in groepjes. We besluiten de dag met de zonsondergang aan de Mekong. Ooit maakten we naar aanleiding van een artikel in de National Geographic het plan de route van de Mekong te volgen door China, Birma, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam. Klinkt nog altijd aantrekkelijk. Een paar vissers zijn druk bezig hun netten te controleren. Monniken werken op de kleine veldjes die ze op de oevers gemaakt hebben. Langzaam verandert de felgele warme zon in een rode bol aan de horizon. De temperatuur wordt dragelijker, maar dat vinden de muggen ook.

De volgende dag (ontbijt: Frans stokbrood) hebben we het idee om 'gewoon' met de bus naar Vang Vieng te reizen. Een tuktuk-chauffeur op het busstation heeft een beter idee en zo eindigen we onze rit buiten de stad bij een 'truckhalte'. Tientallen trucks komen afgeladen aan; vol met goederen op het dak, vol met mensen in de achterbak en zelfs een koe op de treeplank! We vertrekken, tegen de verwachting in, op de vastgestelde tijd van 10.00 uur en begrijpen daarom ook absoluut de haast van de chauffeur niet; hij gaat als een bezetene, af en toe driedubbel inhalen terwijl een bus als tegenligger al erg dichtbij is … Het harde remmen, optrekken en schudden zorgen ervoor dat we na 2,5 uur een soort van wagenziekte beginnen te ontwikkelen. Naast ons liggen kinderen bij hun moeder op schoot te slapen en krijgt een kind de borst. Achter op de treeplank staat een vader en zoon (14) die 'broederlijk' een sigaret roken. Het uitzicht is geweldig; in eerste instantie zien we de typische Aziatische eetstalletjes, veel kokos- en bananenbomen en bijna verdroogde rijstvelden. Later wordt het heuvelachtiger en zien we houten huizen op palen, de eerste mensen in klederdracht (bergstammen). Tussendoor stoppen we om meer mensen en vooral hun vele bagage mee te nemen.

Fietsen in Laos
tubingIn precies drie uur staan we in Vang Vieng. Een gezellig klein dorp dat volledig op toerisme is gericht. Slechts een paar onverharde straten waar guesthouses en eettentjes elkaar afwisselen. Op de achtergrond karstbergen. Toeristen lopen met grote opgeblazen binnenbanden door de onverharde straatjes. Ze gaan net of komen net terug van 'tubing'; op een binnenband de rivier afzakken. Wij zakken eerst neer om iets te drinken en deze rust op ons in te laten werken, als Lode daarna langzaam op zoek gaat naar onze slaapplaats. Doukhoung Guesthouse; voor 33.000 kip hebben we een aardige kamer in, wat later blijkt, het drukke gedeelte van Vang Vieng. We kuieren richting de rivier Nam Song, over de bamboebruggen en aan het einde daarvan blijkt dat er betaald moet worden voor de oversteek; het lijkt net China! Het uitzicht op de omgeving is het zeker waard; rivier, karstbergen, rijstvelden (nu droog), libelles, sprinkhanen (erg groot!), vlinders en veel groene bananen-, kokos-, bamboe- en teakbomen. Maar vooral de stilte van de natuurgeluiden; sprinkhanen, vogels en de broeierige hitte. Een prettige wolk van niets voel je op je neerkomen. Bang dat het snel over zal zijn, houd je even je adem in; alsof je dan beter van de stilte en het moment kan genieten. We spetteren een beetje in de rivier, eten een verse ananas en besluiten hier langer te blijven dan gepland. Roman en David schuiven aan, ook zij zijn hier langer blijven hangen. Onze zorg voor morgen; gaan we lopend naar de caves of toch met een gehuurde fiets?!

Het wordt een fiets (so far, so good). Na grondig testen, huren we twee fietsen (met kinderlijk mandje voorop het stuur) voor 5.000 kip (fl. 2,-) en gaan op weg naar de grotten. De fietsen fietsen zoals je van fietsen van fl. 2,- mag verwachten. De tocht is geweldig: groene omgeving, bergen en af en toe een passant. Sprinkhanen, vogels, hagedissen en een enkele dode slang in de hete sidderende zon. De grotten zelf bereiken we via een heftige klauterpartij; niet lang, wel stijl. Midden in de grot een liggende boeddha, geflankeerd door kleinere beelden en een mooie lichtval. De rust wordt verstoord door een groep toeristen en wij dalen dan ook snel af (daardoor, volgens anderen, het mooiste gedeelte van de grot missende). vissen Beneden plonzen we in een blauw/groene beek en genieten van het frisse water, een geweldig uitzicht en de muzikale geluiden van een verdwaalde Lao die op een gitaar speelt. Als ook deze plek drukker wordt, stappen we op de fiets richting een dorp van de Hmong-stam. Een van de fietsen kan de hobbels op de zandweg niet meer aan en we besluiten op een kruispunt de resterende 4 km naar het dorp te lopen en de fietsen later op te halen. De voettocht is geweldig; bergen om ons heen en rust. De brandende zon op onze rug, licht heuvelop door beekjes, langs landerijen en dorpjes met kippen, kalkoenen, honden en hangbuikzwijntjes. Kinderen roepen vrolijk: "Sabaaidii", enkelen weten dat je om een pen kunt vragen. Nog 2 jaar en het riedeltje bestaat uit 'hello, what is your name? where are you from? Where do you go? etc'. We genieten van de sfeer, ongedwongen en spontaan. Hoe primitief de dorpjes verder ook lijken, we zien bij een hut een tv-antenne op het dak … Bij een beekje showt een krummel van vijf trots de gevangen visjes aan Annet. Bij een eettentje kunnen we met de gebruikelijke gebarentaal een aardig 'gesprek' voeren.

Slangen in de Nam Song
Terug naar de fietsen, met strakke pas lopen we dezelfde weg terug, het landschap blijft boeien. De fietsen zijn bewaakt door een paar koeien. De illusie dat we toch nog kunnen fietsen moeten we laten varen; niet alleen de ketting is er afgelopen, het achterwiel zwiept vreemd heen en weer en ook de voorband is leeggelopen… Vermoeid, verhit en verbrand komen we in Vang Vieng terug. Zonder de fiets na te kijken, zet de verhuurder de fiets weer in de rij voor een volgend slachtoffer. Na een bananen/ananas-shake halen we snel een binnenband en laten ons door een tuktuk stroomopwaarts brengen en dobberen we even later langzaam de rivier af. De rivier (Nam Song) stroomt niet snel, maar het is erg ontspannend. Junglegeluiden, hoge karstbergen groen begroeid en waar de donkere ingangen van grotten goed te zien zijn en soms een waterbuffel in het water. Af en toe peddelen om de vaart erin te houden, want het koelt aan het eind van de dag toch aardig af. We zien een ander stel uit hun tube in het water vallen onder het gillen van: "SNAKE"! Ineens liggen we niet meer zo ontspannen in het water … en zijn we blij als we Vang Vieng weer bereiken! We besluiten nog een dag te blijven en met een groepje grotten te bezoeken waar we anders niet zo snel naar toe zouden gaan.

marktvrouwRond 06.00 uur komen de eerste geluiden onze kamer binnen; tientallen hanen proberen schor wie het hardst kan kraaien en houden dit zeker 2 uur lang vol! Daarbij het gerommel in de keuken van pannen, borden, water en vrolijk Lao-gebabbel. En ook een paar vroege reizigers die de bus naar Luang Prabang willen halen. Een blik naar buiten leert dat we vandaag voor het eerst een bewolkte dag hebben. Na een lekker relaxed ontbijt verzamelen we om 09.30 uur bij een gammele oude jumbo-tuktuk, die bij aanvang hevig protesteert. Met ons achten achterin komt de tuktuk maar met moeite heuvel op. Bij een Hmong-dorp schieten we enkele foto's van Lao kinderen en slaan eten in voor de lunch. De Meo (barbaren) zoals ze hier ook wel worden genoemd, hebben het hardst meegevochten met de CIA tegen het communisme. Nadat de communisten de oorlog hadden gewonnen, zijn de meeste Hmong gevlucht naar o.a. Noord-Thailand. Het dorp verschilt niet veel van de Lao-dorpen; bamboehuizen op palen, waaronder de kippen, kalkoenen, varken en honden rondscharrelen. Her en der bananen- en kokosbomen. In de rijstvelden slaan groepen mannen en vrouwen de rijst uit de gedroogde gewassen. Kinderen spelen op de zandweggetjes.

Donkere grotten
De grot staat vol met water. Met twee zaklantaarns en aangestoken kaarsjes waden we in onze zwemkleding en sandalen ongeveer 45 minuten in het donker naar een soort van bassin. Het heeft wel iets sfeervols; de spaarzame verlichting, voetje voor voetje voelen waar je grip hebt, her en der over grote rotsblokken klauterend, af en toe iets roepend naar elkaar, maar vooral veel lachen. In het bassin zwemmen we even, maar door de kou gaan we snel weer terug.

We lunchen aan de waterkant; het eten en de gebakken bananen worden op een kampvuurtje klaargemaakt. Daarbij (niet te vergeten) een hele fles whisky … We zwemmen een grot in, waar zonder de verlichting geen hand voor ogen te zien is en waar ik het al snel benauwd krijg. We kunnen nergens echt staan (en dat is wel nodig in het pikkedonker en als je geen geweldige zwemmer bent) en de verhalen over enge dieren, zoals grote spinnen en slangen maken dat ik niet weet hoe snel ik weer naar buiten moet … We lopen en klauteren in een volgende grot langs mineralen, die volgens de Lao de ene keer op een stupa en een andere keer op een olifant lijken. Stoten her en der ons hoofd, knie of rug. De kaarsjes en whisky maken het een sfeervolle maar ook vrolijke tocht! We wandelen terug door een aangelegd teak-woud en eigenlijk heeft geen van onze groep nog zin in 'tubing' omdat het aardig fris is geworden. We genieten met ons tweeën nog even van een laatste zonsondergang aan de rivier alvorens we bij het Sabadie-restaurant traditionele lao-gerechten eten; salsa, groene papaya-salade en 'chicken lab' met kleefrijst. De Beerlao vloeit rijkelijk.

De flessen drinkwater verdienen een apart hoofdstuk. Ze zijn met geen mogelijkheid te openen. Het speciaal aangebrachte lipje (normaal is de dop daar in een mum van tijd mee geopend) geeft niet mee; eerst breken je nagels er op af, daarna probeer je het met je tanden om vervolgens met je zakmes langs de dop in het vel van je andere hand te prikken … We kijken de kunst af bij de lokale bevolking, met een beweging weten we na enige oefening met onze tanden ook de dop los te wippen. Ik vraag me af of het echt goed is voor mijn gebit?!

Kamer gekaapt!
We staan om 07.00 uur op om tijdig een buskaartje te kopen naar Luang Prabang. Ontbijten rustig en gaan terug naar de bus, die vol zit met toeristen. De bussen behoren eigenlijk tot de geschiedenis van Japan. De tweedehands bussen zijn niet meer goed voor eigen gebruik, maar goed genoeg voor ontwikkelingshulp! De busrit (250 km in 7 uur) valt mee. De weg is redelijk voor Aziatische begrippen en het uitzicht is mooi. We dutten echter beiden in.

Mekong uitzichtIn Luang Prabang delen we 's avonds samen met onze (bijna vaste) reisgenoot Roman, Ier Patrick en Engelse Sam(antha) een tuktuk richting centrum en gaan op zoek naar een guesthouse in het rustige gedeelte van de stad. Roman bekijkt een eerste guesthouse en vindt het niets. Sam en ik worden het volgende guesthouse ingestuurd en we zijn wild enthousiast; Vanvisa heeft sfeervolle nette kamers voor slechts $6. We staan te discussiëren over de verdeling; 2 kamers met badkamer, een zonder en een dorm voor 3 personen. We stellen voor aan een later gekomen Brit om met Roman een kamer te delen, maar deze glipt stiekem naar binnen en legt alleen beslag op een van de 2 persoonskamers met badkamer! … Hij komt zich, als wij 's avonds met Roman aan de oever van de Mekong eten en van de zonsondergang genieten, verontschuldigen. Hij krijgt geen uitnodiging om erbij te komen zitten! Een spontane roeiwedstrijd vindt plaats op het water (onder veel hilariteit zinkt de winnende boot …).

"Smoke ganja?", opnieuw wordt ons hier in Laos hasj aangeboden. "Nee joh, wij komen uit Holland …". We eindigen onze avond op de teakhouten veranda van het guesthouse. Rustig een boek lezend en genietend van de rust om ons heen. Ghekko's laten hun typerende geluidjes horen en schieten heen en weer over de muur achter muggen aan.

poortDe voormalige hoofdstad van Laos is door Unesco uitgeroepen tot best bewaard gebleven historische stad in Zuid-Oost-Azië. De stad is een plattelandstadje vol wats (=tempels), guesthouses, eethuisjes en reizigers. Een wandeling langs de vele tempels geeft een goed beeld hoe het er hier vroeger moet hebben uitgezien. Het zijn nu vooral voetgangers, fietsers en tuktuk die het straatbeeld vullen. Op de tempelplaatsen studeren de novicen. Voor de houten huizen spelen kinderen op straat. Langs de Mekong zitten mannen in groepjes sterke koffie of Lao-Lao.

'Do not touch'
We ontbijten in de buurt van het National Museum (voorheen het Koninklijke Paleis). Roman schuift aan en wacht op ons als wij door het paleis crossen. Leuk, verrassend klein museum. Daarna gaan we met ons drieën op Wat-pad. Selectief, want er zijn er zoveel.

tempelbeeldWat Xieng Thong is mooi. Rustgevende omgeving. Binnen in de tempel steekt een grote boeddha net met zijn hoofd tegen het doek van het dak. Voor de boeddha staat wierook en veel verschillende boeddha-beelden van wisselende grootte. De hele tempel is van binnen met bladgoud bewerkt. Het dak bestaat uit verschillende losse daken die over elkaar heen liggen, maar waartussen grote openingen zijn; in de regentijd hebben de monniken hieraan veel onderhoudswerk! De zuilen die her en der midden in de tempel staan lijken het dak, van taps over elkaar heen liggende balken, te dragen. Binnen heerst rust, buiten spelen kinderen gillend en lachend op de binnenplaats. Een groepje monniken is leergierig en neemt de tijd om met ons te praten. Ik hang er een beetje onhandig om heen, omdat een vrouw niet naast een monnik hoort te gaan zitten. Als een monnik naar mijn ring vraagt, leg ik hem uit dat we deze van een Tibetaanse monnik hebben gekregen. En dat deze monniken i.p.v. een oranje pij een donkerrood kleed dragen. Als hij het woord 'pij' niet begrijpt, wil ik zijn pij aanwijzen en kom ik iets te dichtbij; een vrouw hoort een monnik niet aan te raken! Wat een verschil met Tibet en Ladakh, daar raken monniken je veel aan en hangen tegen je arm aan …

MonnikWe slenteren door naar Wat Pha Phutthabaat (in 1395 gebouwd op de plek van een 'Boeddha voetafdruk') en genieten samen met een groepje monniken van een spelletje badminton dat Roman met een Lao-jochie speelt. We beklimmen Phu Si, een heuvel die midden in Luang Prabang staat en genieten een tijdlang van het uitzicht over de stad en vooral de Mekong. Net voor de 24 meter hoge That Chomsi vinden we een viertal jonge monniken spelend op een kanon, waarvan alle onderdelen er nog goed geolied uitzien.

tuinWe lunchen aan de oevers van de Nam Khan in hetzelfde rustige tempo dat we de hele dag al aanhouden. Wandelen naar de 16e eeuwse tempel Wat Wisunalat, de oudste tempel in Luang Prabang. Binnen in de tempel zijn tientallen manshoge boeddhabeelden nonchalant tegen de zijmuur gezet; de een is net iets minder beschadigd dan de ander. Buiten steken de oranje pijen van de monniken fel af tegen de bijna zwarte stupa's en tempels. Een grote oude stupa That Pathum (lotus stupa, maar ook wel watermelon stupa genoemd door de vorm) beheerst hier het straatbeeld. Jonge monniken spelen met een puppy en maken het vertrouwde praatje; 'where are you from?', 'how old are you?', 'where do you go?' …

We slenteren over Dala Market, waar tientallen vrouwen van bergstammen in hun felgekleurde kledij (klederdracht) met succes hun borduurwerk aan toeristen proberen te slijten. Als ik interesse toon voor hun koopwaar, heb ik er een 'oude' vriendin bij. Ze blijft me joviaal op mijn blote armen en schouders slaan tot ik iets koop. Voordat we weglopen krijg ik nog een paar joviale tikken op mijn arm … 's Avonds eten we bij een straatstalletje een overheerlijke noodle-soep.

Terug over de Mekong
straatbeeldGepruttel op de achtergrond maakt langdurige conversaties onmogelijk. We zijn per boot over de bruine modderige Mekong naar de Kuang Si watervallen gegaan.Een trip die stroomafwaarts ongeveer 1,5 uur duurde. Nu doen we er op de terugweg stroomopwaarts ongeveer 2,5 á 3 uur over. De Laos-vlag wappert trots boven op de kajuit. Het is een bewolkte dag en een stuk kouder. We zijn moe en nat. Ik zit onder een handdoek te klappertanden. Roman leest afwezig in een boek, de zelfgemaakte oordopjes van wc-papier steken komisch uit zijn oren. Lode zit stilletjes om zich heen te kijken. Patrick en Sam hebben alleen oog voor elkaar. Eerst struinen we door een dorp op zoek naar een tuktuk, die ons in een halfuur dicht bij de watervallen brengt en netjes op ons blijft wachten (we hadden ook nog niet betaald!). We laten de schipper een uur extra op ons wachten (3 i.p.v. 2 uur) want op, rond en in de watervallen is het best bijzonder. Veel groen. De waterval heeft verschillende niveaus en stroomt over lijmstenen rotsen. De klim is stijl omhoog, maar niet lang. Als we boven zijn, waden we door een soort van ondergelopen jungle. Sam en ik overwinnen onze hoogtevrees en kijken mee over de rand. Langzaam dalen we weer af en willen halverwege in het turquoise groene bassin zwemmen. Om daar te komen moeten we echter door het neervallende water klauteren. Hier hadden we niet echt rekening mee gehouden en lopen we, voor degenen die nog niet in het water uitgegleden waren, een volledig nat pak op.

Pas na drie kwartier onder een bijna hete douche begin ik weer een beetje normale kleur en temperatuur aan te nemen en dan is het tijd voor onze Lao Cooking Workshop. 'Auntie', de lieve Lao-dame die het guesthouse runt, is al bezig met de voorbereidingen. Lode schrijft mee met de ingrediënten en ik word aan het werk gezet met de vijzel. Niet zo een als ik thuis heb, maar een pot van 50 cm hoog en een stok van ca. 7cm dikte. Pepers, uien maar vooral veel knoflook zijn de belangrijkste ingrediënten. Roman, Patrick en Sam sluiten ook aan en op ons verzoek maken we salsa, chicken lab en green papaya-salad met kleefrijst. Eer van ons werk hebben we zeker. Een tafel vol met lekkernijen, waarbij later Amerikaan Kelly en zijn Vietnamese vriendin Minh ook aanschuiven. De Lao-Lao vloeit rijkelijk, waardoor het gezellig en laat wordt. Patrick en Sam vertrekken de volgende ochtend naar Thailand, wij gaan morgen samen met Roman, Kelly en Minh naar de Pak Ou-grotten.

Rustig opstaan. Een uitgebreid ontbijt van Auntie, waarbij we als vorsten aan de lage tafel liggen. Met voor de vroege ochtend een paar stevige gespreksonderwerpen, vers stokbrood (lang leve de Franse invloeden!), verse potten thee en koffie en zoals gebruikelijk de verse ananas en papaya toe. We bezoeken Wat That en belanden midden tussen een officieel Birmees bezoek, de straat is afgezet en bodyguards staan rond een rij statige zwarte auto's. Lode is bijdehand en loopt met de rondleiding bij de zilversmid mee … Om 10.00 uur verzamelen we bij de boot, zoals gisteren afgesproken met de Duitse Inga en haar Amerikaanse vriend Todd. De lucht trekt voor het eerst sinds 4 dagen weer open. Daardoor wordt de boottocht een stuk aangenamer en lijkt de omgeving een stuk interessanter. Rust. Waterbuffels in het water. Vissers op hun houten uitgeholde boomstamboten. Een fastboat die ons razendsnel voorbij vaart. Maar ook een tankstation op een boot. Aan de oevers de vele groenteveldjes, waar men druk in de weer is, onkruid te wieden en water te geven. Karstbergen in de verte zijn in wolken gehuld. We stoppen bij een dorp waar Lao-Lao wordt gebrouwen; er hangt een typische geur. Tussen een paar ruziënde kalkoenen staan we zelf de werkwijze te verzinnen, want deze trip mag op een georganiseerde tour lijken, iemand die Engels spreekt is in geen velden of wegen te bekennen. Overigens vinden we dat niet echt erg. Kelly en Minh gedragen zich als voorbeeldige toeristen en kopen bij iedere sightseeing c.q. souvenirshop wel iets; van sjaals tot papier.

To be rich in future …
Het is benauwd, maar het water en de wind tijdens de boottocht geven verkoeling. In de rotsen aan de waterkant van de Mekong zien we de Pak Ou-grotten al. We klauteren omhoog en kijken naar wel honderden boeddhabeelden. Van groot tot heel klein. Nadat we eerst lukraak een stokje trekken voor het altaar, toont Minh ons hoe de stokjes onze toekomst kunnen voorspellen. Ogen dicht, schudden en knielen voor een altaar en dan zal er vanzelf een stokje vallen. Bij mij duurt het even; maar dan toch valt er één op de grond, hetzelfde stokje dat ik al eerder zelf had getrokken! "To be rich in future and will get a daughter". Toch fijn om dat nu al te weten.

mekongWe eten een noodlesoepje in een dorpje en stoppen nogmaals tijdens de 1,5 uur durende terugtocht om te kijken hoe papier wordt gemaakt. Als Kelly en Minh alleen naar een weverij gaan, sukkelen wij rond een tempel. "You beautiful", vertelt de bootjongen Roman, waarvan Roman het toch enigszins warm krijgt. Of probeerde hij gewoon te zeggen, "You waterfall" als inleiding om te vragen of hij de trip mooi vind en morgen ook de boot wil huren? Het is in ieder geval genoeg lachstof voor de rest van de middag en avond. We spreken af met Roman, Inga en Todd voor een afzakkertje aan de oevers van de Mekong om de zonsondergang te bekijken. Omdat het erg gezellig is verhuizen we al snel naar een restaurant verderop aan de oever waar luide Lao-muziek klinkt. Weer schiet onze sauna en lao-massage er bij in.

We moeten het idee laten varen om met de fastboat terug te gaan naar Vientiane. Wetende hoeveel kabaal de motor maakt, de hoge kosten van ca. $400 en hoe koud het kan zijn als je nat wordt (en nu we toch al twee dagen op de boot hebben gezeten), vinden we het niet meer zo erg om m et de veel snellere bus te gaan.

Boven de wolken
Om 05:15u loop ik door nachtelijk Luang Prabang, op zoek naar een tuk-tuk die ons naar het busstation buiten Luang Prabang brengt. Slechts een paar ijverige hanen, een huilend kind en de krekels zijn wakker. Mensen slapen voor hun winkeltjes. Bij de tuk-tuk standplaats is het leeg. Geduld. In de verte komt een eenzame koplamp mij tegemoet. Even later zit een tuk-tuk chauffeur mij verbaasd aan te kijken: 'wat moet die ongeschoren westerling hier in vredesnaam zo vroeg op straat?' We halen Annet en de bagage op bij het guesthouse.

10 minuten later staan we op het busstation, vanwaar we richting Vientiane gaan. De bus wordt al beladen: zelfs een motor wordt op het dak geladen! We weten nog net twee stoelen naast elkaar te bemachtigen. De laatkomers mogen de rit naar Vientiane (9,5 uur) op een kruk in het gangpad doormaken, samen met grote balen rijst, een mand met kippen en kruipende kinderen. Hoe vol kan een bus zijn?! De lijst is allang vol, maar er worden nog steeds tickets uitgeschreven … locals betalen 40.000 i.p.v. de 50.000 kip die de toeristen moeten betalen voor de reis naar Vientiane. Net voor we vertrekken is het ineens licht. Uitzicht in de vroege ochtend: veel groene bergen waartussen de mist blijft hangen. Het wolkendek ligt als een donzen deken beneden ons in de vallei. De keiharde Lao rock muziek overstemt het gekots van de lokale bevolking (in plastic zakjes, die daarna het raam uit worden gesmeten).

Pha That LuangWe doen de laatste dag in Laos rustig aan. We beginnen met een bezoek aan het belangrijkste nationale monument in Laos; Pha That Luang een 50 meter hoge gouden stupa. Symbool voor zowel de boeddhisten als de zelfstandigheid van Laos. We maken een paar foto's van de fraaie drakenhoofden op de daken en aan de ingang van de gebouwen. In 1566 werden 4 tempels rondom de stupa gebouwd, nu zijn alleen de noord- en zuidtempel nog over. De noord-tempel lijkt uitgestorven, terwijl in de zuid-tempel, Wat That Luang Tai, oude vrouwtjes kwebbelend de voorbereidingen voor de lunch van 11.00 uur maken. We zoeken, net als een paar honden, een rustig plaatsje in de schaduw en genieten van het uitzicht en de sfeer. Op de achtergrond weerspiegelt de gouden stupa de felle zonnestralen. Een paar hanen kraaien schor. Een zwerver haalt eten uit de offeraltaren. De enige novice die aanwezig is, zet de bamboetafels met de verschillende gerechten en mandjes 'sticky-rice' klaar en slaat een minuut lang op de gong. Langzaam komen vier oude monniken aangewandeld en nemen plaats op een kussen. De novice zit een niveau lager en de oude vrouwtjes zitten een tiental meters verderop. Een man gebaart ons binnen te komen en plaats te nemen op een voor toeschouwers bestemde ruimte, de voeten schuin naar achteren zoals het hoort. Als de monniken in gebed gaan, geeft de man een teken dat we onze handen tegen elkaar moeten houden en buigen. De oude monniken brabbelen iets, de oude vrouwtjes volgen.

Lode en AnnetWe blijven rustig zitten en genieten van de sfeer en de rust om ons heen. Als de oude monnik de man sommeert om een van de bamboetafels bij ons neer te zetten, drie mandarijnen aan Lode geeft en "manger" roept, zit er niets anders op; eten! Lode geniet van de curry en chickenlab. Ik eet, nog steeds last van mijn maag, een paar stukjes meloen en soort van rijstwafels. Nu de rest van de monniken ook is uitgegeten, worden hun tafeltjes bij de oude vrouwtjes neergezet en gaan zij in een kring eten. Wij besluiten een paar rijstwafels en mandarijnen mee te nemen en zetten ons tafeltje ook bij hen neer. Honderdmaal "Ghawp djai lai lai" roepend als dank, onze handen gevouwen en buigen, achteruitlopend…

Kruidensauna en Lao-massage
We drentelen nog wat rond en nemen een tuktuk naar Sao Talaat voor de inkoop van souvenirs en laten ons daarna naar de bostempel Wat Sok Pa Luang brengen. Een uitgestrekt gebied met verschillende gebouwen en veel bomen, begroeiing en waar vooral weinig mensen zijn. We slenteren wat rond, weten niet precies waar we heen moeten en gaan in een soort van prieeltje zitten. Na een tijdje schuift een monnik aan, die goed Engels spreekt en ons over het kloosterleven verteld. De novices zijn jongens die voor hun 19e jaar ca. 5 jaar in het klooster leren. De monniken zijn degenen ouder dan 19 die klaarblijkelijk de rest van hun leven in het klooster blijven. In dit klooster leven zowel monniken als nonnen (natuurlijk gescheiden, alleen zijn de nonnen hier de baas en in de meerderheid!). Twee keer per dag wordt er gegeten (om 07.00 en 11.00 uur) iets waar hij in het begin erg veel moeite mee had. We praten nog een uurtje over zijn kennis van de Thaise taal, voetbal en Amerika (zijn aardrijkskundekennis is een stuk beter dan die van ons!). Om ons vervolgens de weg naar de kruidensauna en de lao-massage te laten wijzen.

Onder het hutje wordt een vuur gestookt, waarop in een zwart geblakerde ketel water wordt gekookt. Vanwege de kruiden die op het vuur gegooid worden, komt er behoorlijke veel rook vanonder de 1e verdieping van het houten gebouwtje. We klauteren de trap op en zien als eerste een man die druipend van het zweet (alsof hij onder een straal water staat) uit het hokje komen. Een ander mannetje springt op en roept vragend, "Sauna?". We worden een soort van kleedkamertje ingebonjourd en krijgen reeds gebruikte sarongs mee. Ik voel me nog steeds erg draaiierig en misselijk en gok erop dat deze sauna mij niet veel goeds zal doen …

De stoom komt in walmen boven het hokje uit. Na de deur volgt een soort van dik gordijn. De ruimte is superklein, donker en superwarm. Lode stapt vol goede moed het hokje in en stapt er na 4 minuten met een knalrood hoofd alweer uit. Ik zit ondertussen aan mijn kruidenthee en bekijk de mannen en vrouwen die naar binnen en buiten lopen, een nipje van hun thee nemen, rusten en weer een nieuwe ronde doen. Lode blijft de volgende ronde 20 minuten binnen en we besluiten daarna allebei een lao-massage te nemen. Echt ontspannen is het niet, maar de stramme spieren van het opgevouwen zitten in de bus en tuktuks en het tillen van de rugzak komen in ieder geval weer los. Pijn verandert in een drukkend gevoel. En in een half uur wordt ons lichaam flink geknepen, geduwd, her en der wordt wat gekraakt in rug en nek. Waarschijnlijk kunnen we er meer van genieten als we dit vaker zouden doen?!

kindTerug in het centrum kijken we mee naar de spelende jeugd bij de tempels. Voetvolley voor de wat oudere jongens (voor geld!). Verderop spelen de iets jongere kinderen tikkertje. Monniken en buurtbewoners (en wij!) kijken geamuseerd toe. Als het echt te donker wordt, zakken we neer bij de 'beer-garden', een (naar later blijkt te) dure hotspot van Vientiane. Veel buitenlanders en sjiek uitgedoste Lao-vrouwen (op zoek naar een rijke buitenlander?). Wij kletsen de rest van de avond met Martin (een Pool die in Parijs woont).

Terug in Singaporevlag
We vertrekken per tuktuk naar het vliegveld en na het betalen van $10 mogen we het land verlaten. De service van Thai Airways in Bangkok is geweldig. In no-time is onze bagage van het vliegtuig gehaald, omgelabeld en hebben we de eerstvolgende vlucht, met slechts een kwartier wachten! We sjeeshen in een taxi naar Waterloo Street, gooien onze rugzakken in het appartement, frissen ons snel op en staan vervolgens 20 minuten vruchteloos te wuiven naar een taxi. Verdwalen met de bus op Sentosa en zijn nog net op tijd om Jos in de tweede helft te zien van de voetbalwedstrijd Nederland (De Hollandse) tegen Duitsland (Lufthansa). Waarna er op het strand wordt nageborreld en gebarbecued met uitzicht op grote zeeschepen. Waren in Laos de krekels en hanen de enigen die 's avonds geluid produceerden, hier is het een constant rumoer van autogeluiden en bouwactiviteiten.

Zondagmorgen in Singapore. Veel mensen drommen rondom de Hindu- en Boeddhistische tempels. Wierook wordt devoot gebrand, gevouwen handen voor het gezicht. De Chinese eetstalletjes zijn overvol en de verkopers van kitch offerbeelden doen goede zaken. Een bedelaar heeft de dag van zijn leven; binnen een kwartier ontvangt hij S$35. Uren kunnen we hier mensen kijken. 's Avonds gaan we met Jos op Nightsafari in de Singapore Zoo. Leuke sfeer. Je loopt in het donker door een 'park' en bekijkt de dieren in hun nachtleven. Sommige zijn erg actief, andere slapen … We lopen een apart gebouwtje in waar flying foxes vrij rond vliegen. Afstand 30cm … Mooie beesten, ben blij dat ik weet dat deze niet gevaarlijk zijn. Annet verschuilt zich achter Jos en mij. Na de wandeling rijden we met een 'treintje' langs onder andere antilopes, hyena's, en een nijlpaard. Ook hier kom je weer erg dicht bij de dieren. Een tapi drentelt bijvoorbeeld rakelings langs ons. Dierentuinen zijn niet echt onze favoriete uitstapjes, maar deze is een aanrader.

Na een rustig en lang ontbijt vertrekken we naar Pulau Ubin; een eiland ten noordoosten van Singapore. De boot; een traditionele veel kabaalmakende oude bum-boot, brengt ons er naar toe. We huren fietsen en even later, na het gebruikelijke testen, fietsen we door een groen woud van durian- en kokosbomen (echt overal liggen kokosnoten!), ananasstruiken en het broertje van de lycheeboom. De 200 Ubin-lokalen zijn Maleise vissers, Chinese boeren, handelaren en havenwerkers. Op een heuveltje klapt de ketting van de fiets. Met geen mogelijkheid krijgen we deze er weer op en Lode duwt me in een uurtje in de moordende hitte terug naar de fietsboer. Het zweet loopt in straaltjes van ons af. We zijn vermoeid en we hebben geen zin in een moeilijke dag en gaan op pad naar een strandje om te zwemmen. Nog voor we daar zijn, begint het te onweren. Na een kleine rustpauze gaan we weer op pad, maar uiteindelijk zitten we 1,5 uur verkleumd onder een prieeltje te schuilen, met uitzicht op de 'Straits of Johor', de groene bomen aan de zijde van Maleisië en boten die voorbij varen naar Indonesië. Zodra het weer iets beter wordt, fietsen we snel terug naar de boot. Pulau Ubin was voor ons geen groot succes. We besluiten onze reis met een borrel op de 70e etage van het Westin hotel, hier hebben we een geweldig uitzicht over Singapore.

Meer foto's in het fotoboek
Home





Copyright 2003 - Annet Blanken & Lode Broekman